'Voodoo in Kameroen: Bert is gewaarschuwd'
Bron:
Voetbal International
In het voorjaar van 2003 arriveerde er een jonge antropoloog van de Universiteit van Leiden in Buéa, een bescheiden nederzetting in het zuidwesten van Kameroen. Arnold Pannenborg is zijn naam en hij kwam er onderzoek doen naar de invloed van hekserij, tovenarij en magie in het Kameroenese voetbal.
De wetenschappelijke bevindingen die hij tijdens zijn uitgebreide veldwerk deed, zijn met het oog op Oranje’s WK-poule op z’n minst nogal alarmerend.
Waar Bert van Marwijk (foto) zich straks in Zuid-Afrika bij spirituele nood alleen kan verlaten op Cooky Voorn, zijn bescheiden vertrouwensman uit Berg en Terblijt, wordt tegenstander Kameroen achter de schermen bijgestaan door een batterij voodoo-priesters, tovenaars en medicijnmannen waar een paard de hik van krijgt.
Voodoo en hekserij zijn overal in het Afrikaanse voetbal. Pannenborg ondervond dat Kameroen bepaald geen uitzondering is. Hij zag er de wonderlijkste dingen. Mysterieuze Juju-priesters die op afstand de tegenstander in de ban van de betovering probeerden te brengen of stiekem zorgden dat de wedstrijdbal behekst was.
Sommigen gaven spelers een geprepareerd muntstuk mee, met de opdracht die zo achteloos mogelijk aan hun tegenstander te overhandigen. Accepteerde die het geld, dan zou diens geluk als bij toverslag verdwijnen.
Andere voetballers kregen niets, behalve de opdracht om ’s nachts zeven rondjes om het kerkhof te lopen, intussen de naam van hun directe tegenstander of concurrent in de basisopstelling prevelend.
Ook een klassieker in deze kringen: het begraven van een voodoo amulet aan de rand van het veld, zodat elke tegenstander die er overheen loopt automatisch wordt overvallen door een zwaar gevoel van moedeloosheid en algehele lethargie.
Pannenborg zag tot zijn verbazing spelers die zich daarom uit voorzorg door supporters over de lijn lieten dragen, om zo te voorkomen dat ze met iets engs in aanraking zouden komen.
Anderen begonnen juist als mollen in de aarde te wroeten en riepen na het uitgraven van het amulet al hun teamgenoten bij elkaar. Ze vormden dan snel met de broek op de enkels een cirkel rond het projectiel, in een collectieve poging de magie eraf te plassen.
Behalve dat het misschien goed is voor het teamproces, gezellig met z’n allen in een kringetje urineren, is het niet wetenschappelijk bewezen dat dit ook helpt. Algemeen wordt aangenomen dat het beter is om gewoon zelf óók de hulp van een medicijnman in te roepen.
Zo houden de tovenaars en andere mystici rond het Afrikaanse voetbal hun eigen beroepsgroep in stand. Vaak verdienen ze meer dan de spelers zelf.
Vorige week maandag speelde Kameroen zijn eerste wedstrijd in de Afrika Cup. Thuis in Meerssen zal Bert van Marwijk ongetwijfeld met een blocnote op schoot voor de televisie zitten. Helaas laat de ware kracht van Kameroen zich niet aflezen aan een ruit op het middenveld of het wel of niet opkomen van de backs.
Dat blijkt allemaal uit het prachtige proefschrift waarmee Arnold Pannenborg uit Afrika terugkeerde. Het staat in zijn geheel op internet. De link is inmiddels naar Bert van Marwijk gestuurd. Gewoon, voor de zekerheid.