’Adriaanse zei: wil jij je kerstpakket nog?’
Door DENNIS JANSEN

DEN HAAG - November 2001 liep op zijn eind toen Ajax-trainer Co Adriaanse Mitchell Piqué bij zich riep.

„Adriaanse zei: je bent heel goed bezig de laatste tijd, vanaf komend weekend krijg jij de kans. Een paar dagen later was Adriaanse weg bij Ajax. Ontslagen.”

Vertel Mitchell Piqué niets over de betrekkelijkheid van de voetballerij. „Ronald Koeman volgde Adriaanse op bij Ajax. Hij zei meteen dat hij doorging op de lijn van Adriaanse. Ik hoefde van hem niet weg bij Ajax, maar zou ook even niet aan de beurt komen. In de winterstop heb ik gevraagd of ik verhuurd kon worden. Ik heb Heini Otto gebeld, mijn vroegere jeugdtrainer. Hij was trainer van Haarlem. Ik wilde spelen en niet meer afwachten. Toen ik weg was, haalde Koeman Obodai uit het tweede. Obodai was nota bene weggestuurd bij Germinal Beerschot.”

Mitchell Piqué komt uit de geroemde jeugdopleiding van Ajax en behoorde tot, zo werd jarenlang beweerd, een gouden generatie. Namen? „Hosé, Lamey, Douglas, Bobson, Andy van der Meyde. Ze zijn allemaal doorgebroken, maar alleen Van der Meyde is bij een topclub terecht gekomen, Internazionale.”

Zelf kwam Piqué niet verder dan vier invalbeurten in Ajax-één. Een teleurstellend gegeven, gezien het vijfjarige contract dat hij tekende toen hij als een belofte gold. De Amsterdammer, op een steenworp afstand van het Waterlooplein geboren, werd in dat dienstverband driemaal verhuurd, aan achtereenvolgens FC Twente, Haarlem en RBC Roosendaal. „In het jaar bij Twente ging het zeer behoorlijk. Halverwege het seizoen speelden we met FC Twente in de Arena tegen Ajax. Ik was echt goed in die wedstrijd. Toen ik een inworp moest nemen vlakbij de dug-out riep Adriaanse: ’Hé Piqué, wil jij je kerstpakket nog?’ Fred Rutten boos, joh. Aan het einde van dat seizoen wilde Ajax me weer terughalen. Rutten waarschuwde me: doe het niet, binnen een half jaar zit je bij Haarlem en is het afgelopen met je carrière. Hij heeft gelijk gekregen en toch ook niet helemaal. Ik zat na een half jaar inderdaad bij Haarlem, maar ik speel nóg.”

Als huurling slaagde Piqué er niet in zich bij Haarlem (half jaar) en later RBC Roosendaal (een jaar) dusdanig in de kijker te spelen dat gerenommeerde clubs in de rij stonden toen in 2003 zijn contract bij Ajax afliep. „Geen club wilde me hebben. Of dat gek is? Misschien wel.”

O ja, er was toch een club: TOP Oss. „Ik wilde voetballen, desnoods als amateur. Het zou overdreven zijn te stellen dat TOP Oss de redding was voor mijn profcarrière. Maar het heeft me wel verder gebracht. De trainer Harry van den Ham vond namelijk dat ik eens een heel seizoen lang op één positie moest spelen. Ik heb er 35 wedstrijden als linksback gespeeld.”

De gewezen Ajacied kan zijn lach af en toe niet inhouden als hij verhaalt over dat jaar in Oss. „In het krachthonk stond één fiets en lagen twee halters op de grond. De fiets werd trouwens vervangen door Van den Ham. Het wiel liep aan en maakte te veel herrie. De financiële situatie was er niet je van het. Ik weet nog goed dat we een avondje hadden met supporters. Riep de voorzitter ineens: wát een mooi gebaar van de spelers dat zij het komende seizoen hun wedstrijdpremie laten schieten. Wij wisten van niks. Ach, het was maar 300 euro, maar toen dacht ik wel even: wat dóe ik hier?”

Cambuur Leeuwarden wilde hem hebben. „De club had grote plannen. Diverse spelers werden gehaald. Maar in het tweede jaar waren er toch ook weer geldproblemen. Stonden we bij de Texaco, deed onze benzinepas het niet. Had Texaco de stekker eruit getrokken.’’

„Excelsior was de eerste club zonder geklooi. Daar hoefde je je geen zorgen te maken of je je salaris wel kreeg. Bij Excelsior heb ik twee superjaren gehad, ondanks de degradatie vorig jaar. Een mooie club met Ton Lokhof als ideale trainer, zeker voor jeugdspelers. Met de voorzitter Simon Kelder kon ik het goed vinden. Een vaderfiguur, bij wie je altijd kon aankloppen.”

Eigenlijk lonkte het buitenland voor Piqué toen ineens ADO Den Haag in beeld kwam. „Ik heb Regilio Simons gebeld, Mirano Carillho en Romeo Castelen die ik kende van de SuriProfs. Ze zeiden allemaal: moet je doen! Een mooie club waar je veel lacht met supporters die een beetje gek zijn. Klopt allemaal. Als ik die supporters ’Kum, Kum, Kum’ hoor schreeuwen als Chris een goede actie maakt, schitterend!”

Hij miste een reeks wedstrijden door een scheurtje in het middenvoetsbeentje. „Op een sproeiertje gaan staan bij De Graafschap. Dat geloof je toch niet?! Na dit seizoen moet het worden geopereerd en gaat er een plaatje in. Of het breekt tijdens het seizoen alsnog, dan ben ik eerder de klos. Ik heb goede hoop dat ik het seizoen kan afmaken. Ronaldo, Melchiot, Rooney, ze hebben allemaal nog een tijdje doorgespeeld met deze blessure.”

Zijn contract bij ADO loopt tot 2011. Nog een buitenlands avontuur op de valreep? „Ik had net Hursut Meric nog aan de lijn. Dan kriebelt het wel. Maar hier iets moois neerzetten is óók ontzettend gaaf. Waarom zou ADO Den Haag geen stabiele middenmoter kunnen worden? Dan hoef ik echt niet weg, hoor.”

Bron: Sportwereld.nl